Hulp aanbod en maatregelen Alle soorten straffen en maatregelen hebben eigen regels. Onze jeugdzorgwerker leggen het graag uit. Hieronder staat een overzicht van ons hulpaanbod en maatregelen. Ondertoezichtstelling (OTS) Wat is OTS?Als kinderrechters zorgen maken over de verzorging en opvoeding van jou kunnen ze op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming jou onder toezicht plaatsen van een instelling voor gezinsvoogdij. Dan wordt een jeugdzorgwerker - bijvoorbeeld van William Schrikker Jeugdbescherming of Bureau Jeugdzorg - aan het gezin toegewezen. De jeugdzorgwerker houdt toezicht op het kind, ondersteunt je ouders en adviseert over de zorg en de opvoeding. Bij OTS houden je ouders het ouderlijk gezag over jou, maar bij belangrijke beslissingen moet eerst met de jeugdzorgwerker worden overlegd. De jeugdzorgwerker kan je ouders in het kader van de verzorging en opvoeding ook een opdracht geven of de kinderrechter een verzoek doen. De jeugdzorgwerkers beslissen niet alleen. Ze overleggen regelmatig met hun kernteam en de gebiedsmanager. Welk doel heeft de jeugdzorgwerker?De ondertoezichtstelling (OTS) is bedoeld om de opvoedingssituatie weer op een normaal niveau te brengen. Zodat jij veilig kan opgroeien en kan ontwikkelen. De jeugdzorgwerker bekijkt welke problemen de ontwikkeling van voor jou belemmeren. Hij of zij heeft opdracht gekregen deze problemen samen met jou en je ouders op te lossen en bemoeit zich daarom met de verzorging en opvoeding van jou. De jeugdzorgwerker probeert altijd zoveel mogelijk met jou en je ouders samen te werken. Het doel van ons werk is immers dat je ouders zo zelfstandig mogelijk voor jou blijven zorgen, zodat zij uiteindelijk weer zonder een jeugdzorgwerker verder kunnen. De jeugdzorgwerker zal met je ouders onderzoeken of er steun kan worden gevonden in het netwerk. Verder coördineert hij/zij voor jou en je ouders de ondersteuning door andere hulpverleners. Voogdij Elk jeugdige heeft een volwassene nodig die verantwoordelijk is voor de zorg en het gezag. Concreet: iemand moet zorgen dat het kind een goed thuis heeft, naar de juiste school gaat, de medische zorg krijgt die het nodig heeft, etc. Deze volwassene moet ook zorgen dat jij veilig en evenwichtig kan opgroeien. Meestal ligt dit gezag bij je ouders: we spreken dan van ouderlijk gezag. Ouders kunnen om uiteenlopende redenen het ouderlijk gezag soms niet meer voeren. De kinderrechter bepaalt dan welke instelling of persoon verantwoordelijk wordt dat je de opvoeding en verzorging krijgt die je nodig hebt. Dat heet een voogdijmaatregel. Toezicht en begeleiding Het doel van deze jeugdreclasseringsmaatregel is het voorkomen dan wel terugdringen van een mogelijke criminele loopbaan. Een een andere reden kan zijn om te voorkomen dat je terugvalt in het herhalen van stappen waardoor in eerste instantie met de jeugdreclassering in aanraking bent gekomen. Er zijn twee vormen van Toezicht en Begeleiding: Toezicht en Begeleiding - Verplicht kader De aanleiding van de maatregel 'Toezicht en Begeleiding' heeft een het dwingend karakter hangt samen met de complexe situatie waarin jij je bevindt en de aard van het gepleegde delict. Toezicht en Begeleiding - Vrijwillig kader ‘Toezicht en Begeleiding’ heeft ook een vrijwillige vorm van hulpverlening en wordt veelal gebruikt om jou te ondersteunen tot aan de strafzitting. Adolescentenstrafrect (ASR) Deze aanpak moet recht doen aan het gepleegde feit en tevens rekening houden met de persoonlijke omstandigheden en de ontwikkelingsfase van de adolescent. Jouw ontwikkelingsfase kan aanleiding zijn om de biologische leeftijd minder doorslaggevend te laten zijn. Het Adolescentenstrafrecht geldt vanaf 1 april 2014. Met het adolescentenstrafrecht worden een aantal bepalingen uit het jeugdstraf(proces)recht gewijzigd. Het doel van deze wetswijziging is een effectieve dadergerichte aanpak. CRIEM aanpak CRIEM aanpak is een maatregel die voor maximaal drie maanden opgelegd kan worden als je van niet-westerse afkomst bent die voor de eerste keer, of meerdere lichte vergrijpen met justitie in aanraking bent gekomen. De maatregel wordt opgelegd wanneer de indruk bestaat dat je zonder verder ingrijpen zult afglijden naar de criminaliteit. Het leven tussen twee culturen en een veelal gebrekkige maatschappelijke integratie van het gezin worden als risicofactoren gezien. Het programma richt zich dan ook op de problemen die het leven tussen twee culturen met zich mee kan brengen. Harde Kern aanpak Je komt met Harde Kern Aanpak in aanraking wanneer je zwaardere delicten hebt gepleegd en/of veel recidive pleegt. De nadruk ligt hierbij op toezicht en controle. Scholings- en trainingsprogramma (STP) Het STP is een variant in de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of maatregel voor jou en gericht op de terugkeer in de maatschappij. STP's vinden plaats buiten de justitiële jeugdinrichting, in aansluiting op het verblijf in de inrichting en tijdens de laatste periode van de straf of maatregel. Het beoogde resultaat van het STP is dat je voorbereid wordt op een goede terugkeer in de maatschappij. Het STP wordt tijdens de laatste fase van het verblijf in de inrichting ingezet en dient een bijdrage te leveren aan de geslaagde terugkeer van jou in de samenleving. Het is belangrijk dat het STP uitgevoerd wordt in de regio waar jij naar terugkeert of waar hij na het verblijf in de inrichting gaat wonen. Om een geslaagde terugkeer mogelijk te maken, dient het STP zich te richten op al jouw leefgebieden: wonen, werk of school, vrije tijd en het sociaal netwerk. Voor het STP kan starten, is het een vereiste dat er een woonplek, werk of school en een vrijetijdsbesteding geregeld is voor de jeugdige. De uitvoering van het STP is in handen van de jeugdreclassering; de inrichting blijft eindverantwoordelijk. Er is sprake van duaal casemanagement. Beide genoemde partijen maken afspraken over de vorm en inhoud van het STP. Gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) Als je voor de Gedragsbeïnvloedende maatregel in aanmerking komt, wordt je niet opgesloten, maar wordt je wel in je bewegingsvrijheid beperkt. Het belangrijkste doel van de maatregel is om jouw gedrag in positieve zin te beïnvloeden om recidive te voorkomen. De gedragsbeïnvloedende maatregel richt zich, meer dan reguliere jeugdreclassering, ook op je systeem, zoals ouders, broers en zussen. Er gelden een aantal voorwaarden waaraan je moet voldoen. Zo moet er sprake zijn van een gedragsproblematiek met negatieve consequenties op meerdere leefgebieden. Verder kunnen de ouders of voogden niet adequaat reageren op het negatieve gedrag en kan ook geen andere vrijwillige hulpverlener het negatieve gedragspatroon weten te doorbreken. Tot slot moet je nog in enige mate deelnemen aan school of werk. So-Cool So-Cool staat voor SOciaal COgnitieve Oplossingen Leren. Het is een training die alleen nog door de rechter kan worden opgelegd als er een delict is gepleegd. Het is dus een justitiële gedragsinterventie (leerstraf). Doel is jongeren tot 23 jaar meer zelfvertrouwen te geven en probleemoplossende vaardigheden en sociale vaardigheden aan te leren. Voorbeelden van trainingsdoelen zijn: positief opkomen voor jezelf, je grenzen aangeven, zeggen wat je denkt, omgaan met je gevoel, praten met je ouder. BrochureVoor de jongere heeft de Raad voor de Kinderbescherming een brochure. Klik hier Nazorg Verzoek tot begeleiding tijdens en na langdurige detentie. Deze vorm van begeleiding is niet vrijwillig. Je doet dit namelijk voor een groot deel terwijl de PIJ nog open staat, dus je zal hier aan mee moeten werken, om je PIJ tot een goed einde te brengen. Dubbele Maatregel We spreken van een Dubbele Maatregel als je zowel een OTS maatregel als een jeugdreclasseringmaatregel krijgt opgelegd. Deze situatie kan op twee manieren tot stand komen: Wanneer je onder toezicht staat en daarbij een jeugdreclasseringmaatregel krijgt opgelegd. Om de kans op herhaling na een strafbaar feit te verkleinen is specifieke deskundigheid nodig om jou op het goede pad te houden. Hiervoor kan een jeugdreclasseringmaatregel worden opgelegd. Wanneer bij het treffen van deze maatregel de ondertoezichtstelling niet wordt opgeheven, is sprake van een dubbele maatregel. Wanneer je een jeugdreclasseringmaatregel opgelegd hebt gekregen en vervolgens onder toezicht wordt gesteld. Wanneer jeugdreclasseringswerkers hinder ondervinden van de beperkte opdracht die de jeugdreclassering stelt, kunnen ze verzoeken om jou onder toezicht te stellen. Dit wordt gedaan in situaties waar problemen ontstaan rond de veiligheid, de samenwerking met je ouders en het pedagogisch klimaat. De jeugdreclasseringswerker doet dan een ‘zorgmelding’ bij de Raad voor de Kinderbescherming.De Raad kan na een onderzoek besluiten een ondertoezichtstelling te vragen. Wanneer die wordt afgegeven is sprake van een dubbele maatregel.